U gebruikt een verouderde browser. Update uw browser voor een betere en veiligere ervaring.update

Buitengerechtelijke kosten: PIV-staffel niet bindend

Op 21 mei 2010 is een vrouw het slachtoffer geworden van een verkeersongeval waarbij zij letselschade heeft opgelopen. De vrouw heeft klachten aan haar onderrug met uitstraling naar haar benen, hoofdpijnklachten, slaapstoornissen, herbeleving, knieklachten en psychische klachten.

ASR heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend en de partijen zijn in onderhandeling over de afwikkeling van de schade van mevrouw.

Gedurende de afwikkeling ontstaat er een geschil over de buitengerechtelijke kosten, namelijk de kosten van de advocaat en de kosten voor het opvragen van medische informatie.

Voor dit geschilpunt is door de vrouw een deelgeschilprocedure gestart.

De buitengerechtelijke kosten

De vrouw stelt in haar verzoekschrift dat zij in het kader van de vaststelling van de medische en juridische causaliteit voor een bedrag van in totaal € 13.348,98 aan kosten heeft gemaakt. Dit bedrag bestaat zowel uit kosten voor de advocaat als medische verschotten.

Van dit totaalbedrag heeft ASR € 6.868,32 betaald, waardoor een openstaand bedrag resteert van € 6.480,66.

Dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 BW

Mevrouw vordert in het kader van de deelgeschilprocedure dat op grond van artikel 6:96 BW de openstaande buitengerechtelijke kosten door ASR moeten worden betaald. Ze stelt daarbij dat er sprake is van een causaal verband tussen de aansprakelijkheidscheppende gebeurtenis en de kosten.

De kosten staan in zodanig verband met die gebeurtenis dat zij, mede gezien de aard van de aansprakelijkheid en van de schade, aan de aansprakelijke persoon kunnen worden toegerekend. Daarnaast stelt mevrouw dat de verrichte werkzaamheden en de daartoe gemaakte kosten redelijk zijn geweest.

Mevrouw verzoekt de rechtbank om ASR te veroordelen tot betaling van het volledige openstaande bedrag aan buitengerechtelijke kosten.

Verweer ASR: niet geschikt voor een deelgeschil

In eerste instantie verweert ASR zich door te stellen dat het geschil niet geschikt is voor een deelgeschilprocedure omdat het geschil niet kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.

Dit standpunt wordt verworpen. Ook een inhoudelijk oordeel over de buitengerechtelijke kosten in een dergelijk geschil kan namelijk, zij het indirect, bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.

Daaruit volgt dat mevrouw ontvankelijk is in haar verzoek, zodat de rechtbank toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek.

Tweede verweer ASR: kosten onredelijk

Daarna voert ASR aan dat de buitengerechtelijke kosten onredelijk zijn omdat ze niet voldoen aan de dubbele redelijkheidtoets. Daarbij stelt ASR dat deze toets pas kan worden uitgevoerd indien de totale schade vaststaat.

De rechtbank verwerpt dit standpunt van ASR.

ASR stelt dat de buitengerechtelijke kosten slechts als redelijk kunnen worden gekwalificeerd indien er een redelijke verhouding bestaat tussen de gemaakte kosten en de “opbrengst”. Dat standpunt vindt geen steun in het recht (zie de uitspraak van de Hoge Raad van 13 maart 2015, ECLi:NL:HR:2015:586).

Beslissend ten aanzien van redelijkheid van buitengerechtelijke kosten

Beslissend is of kosten ter vaststelling van de schade en de aansprakelijkheid in redelijkheid zijn gemaakt. Dat uiteindelijk maar een klein bedrag aan schadevergoeding wordt toegekend, betekent op zich niet dat de buitengerechtelijke kosten onredelijk zijn gemaakt.

Het standpunt dat de redelijkheid van de gemaakte buitengerechtelijke kosten pas kan worden beoordeeld nadat de (totale) schade vaststaat, is dan ook niet juist. Ook gedurende de onderhandelingen kan over de redelijkheid van die kosten een oordeel worden gegeven.

Verweer ASR: toepassing PIV-staffel

ASR beroept zich ten aanzien van de redelijkheid van de kosten op de zogenaamde PIV-staffel (pdf).

De rechter verwerpt ook dit verweer. De PIV-staffel heeft geen bindende kracht en is ook in de rechtspraak (nog) niet algemeen aanvaard als richtsnoer voor de begroting van buitengerechtelijke kosten. Voornoemde wordt nog onderstreept door het feit dat maar weinig advocaten zich aan deze staffel willen binden.

Uitspraak deelgeschilrechter

De buitengerechtelijke kosten waarvan betaling wordt verzocht zijn in redelijkheid gemaakt. Daarnaast acht de rechtbank het bedrag aan buitengerechtelijke kosten gelet op de aard van het geschil, niet onredelijk.

ASR wordt veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag aan buitengerechtelijk kosten van € 6.480,66.

Tevens wordt ASR veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Letselschade advocaat

Meer weten over letselschade, personenschade en aansprakelijkheid? Neem contact op met een letselschade advocaat van Utrecht Letselschade Advies.

Rechtbank Limburg, 3 september 2015, C/03/204625/HA RK 15-84


Meer informatie over onze dienstverlening bij letselschade?

Pierre van Geffen

Het beroep van advocaat is mij op het lijf geschreven. Ik adviseer, onderhandel en procedeer. Daarbij stel ik altijd het belang van mijn cliënt voorop en ga ik voor maximaal resultaat.

Neem contact op