U gebruikt een verouderde browser. Update uw browser voor een betere en veiligere ervaring.update

Letselschade door bedrijfsongeval ambulancemedewerker

Op 27 februari 2010 is een ambulancemedewerkster tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden een bedrijfsongeval overkomen. Op die dag verpleegde zij een patiënt in een rijdende ambulance. Zij heeft de patiënt medicatie toegediend vanuit een glazen ampul.

Bij het toedienen van de medicatie moest de glazen ampul worden afgebroken. Na het toedienen van het medicijn wilde zij de gebroken ampul in de container gooien. De container was vanuit haar stoel niet bereikbaar waardoor zij genoodzaakt was om op te staan.

Terwijl de ambulancemedewerkster, staand in de ambulance, probeerde de container te openen heeft zij – door een beweging van de rijdende ambulance – in een reflex met haar rechterhand in de gebroken glazen ampul gedrukt waardoor er glas in haar duim terecht is gekomen. Zij heeft ernstig letsel opgelopen aan haar hand en moest geopereerd worden.

Aansprakelijkheid bedrijfsongeval

Mevrouw stelt haar werkgever, Veiligheids- en Gezondheidsrisco’s Gelderland-Midden (VGGM) aansprakelijk voor haar letselschade op grond van artikel 7:658 Burgerlijk Wetboek. VGGM is als werkgever voor aansprakelijkheid verzekerd bij Achmea.

Achmea heeft de aansprakelijkheid afgewezen. Achmea stelt dat de ambulance en de inrichting van de ambulance voldeed aan alle veiligheidsvoorschriften.

Deelgeschilprocedure

De ambulancemedewerkster start een deelgeschilprocedure tegen haar werkgever en Achmea. Mevrouw verzoekt een verklaring voor recht dat VGGM aansprakelijk is voor het bedrijfsongeval en dat Achmea de schade die daaruit voortvloeit dient te vergoeden.

Zorgplicht werkgever

De ambulancemedewerkster stelt dat VGGM niet aan haar zorgplicht heeft voldaan omdat de inrichting van de ambulance niet voldeed aan de veiligheidseisen, de zogeheten Nen-normen. De inrichting was zodanig dat de medewerkster niet zittend op haar stoel de afvalcontainer kon bereiken maar dat zij genoodzaakt was te gaan staan om de ampul in de container te gooien. Doordat zij moest gaan staan, is zij ten val gekomen.

Onveilige inrichting

De kantonrechter oordeelt dat VGGM de inrichting van de ambulance zelf heeft bepaald. Ter zake van de inrichting van een ambulance gelden de zogeheten Nen-normen. Deze Nen-normen geven geen regels omtrent de plaats van de afvalbak .

In de betreffende ambulance is de inrichting op die wijze dat de ambulancemedewerker geen van de aanwezige materialen kon bereiken vanuit de stoel omdat de afstand van de kasten waarin de materialen zich bevinden, te groot is.

Partijen zijn het erover eens dat het bedrijfsongeval niet was gebeurd indien de ambulancemedewerkster bij het weggooien van de ampul in haar stoel kon blijven zitten.

De kantonrechter oordeelt dat de door VGGM ontworpen inrichting van de ambulance, onveilig was.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter oordeelt dat de werkgever jegens de ambulancemedewerkster aansprakelijk is voor het bedrijfsongeval. Achmea dient de schade voortkomend uit het bedrijfsongeval aan het slachtoffer te vergoeden.

Bent u ook het slachtoffer geworden van een bedrijfsongeval waarbij u schade hebt opgelopen? Utrecht Letselschade Advies heeft geruime ervaring met dergelijke zaken en wij helpen u graag bij het verhalen van uw schade. Neem vrijblijvend contact op met een letselschade advocaat.

Rechtbank Gelderland, 31 augustus 2015, zaaknummer 3932996


Meer informatie over onze dienstverlening bij letselschade?

René Toxopeus

Een vuist maken, het recht laten zegevieren! Dat klinkt groots. Maar voor mij is dat het mooiste van mijn vak. Een maximale verdediging van de financiële belangen van mijn cliënt, daar ga ik voor.

Neem contact op